Skip to main content

Search

De Belgische Farmaceutische Industrie

Blijft de Belgische farma aan de wereldtop?

De Belgische farmaceutische industrie gooit hoge ogen op het internationale toneel. Maar concurrerende landen werken hard aan een inhaalbeweging. De Health, Science & Technology (HST) Group is waakzaam en stapte met 20 beleidsaanbevelingen naar de federale regering. Een economische koppositie mag immers geen vanzelfsprekendheid zijn.

Liefst 29 farmaceutische bedrijven uit de globale top 30 hebben vaste voet in België. Daarbij horen Johnson & Johnson (het moederschip van Janssen), GlaxoSmithKline, Pfizer en UCB, vier sterkhouders die samen de Health, Science & Technology (HST) Group vormen. Sinds 2006 zitten deze partners geregeld met de regering rond de tafel om het behoud en de uitbouw van een aantrekkelijk investeringsklimaat te bespreken.

Stabiliteit om te groeien

“Ondernemingen die focussen op innovatie rekenen vandaag op een waaier aan overheidsmaatregelen. Een aanbod waarvoor ’s werelds grootste farmabedrijven overstag gingen”, vertelt Tom Heyman, gedelegeerd bestuurder van Janssen en een drijvende kracht achter het initiatief. “Om onze competitieve positie te behouden leggen we de prioriteit van de HST Group bij een betrouwbaar en stabiel investeringsklimaat: wat nu bestaat, willen we behouden.”

België is de derde exporteur van geneesmiddelen in Europa – na Zwitserland en Ierland - met een omzet van 34 miljard euro in 2013. De farmasector biedt bovendien meer dan 32.000 rechtstreekse arbeidsplaatsen, én is goed voor 40 procent van alle Belgische private investeringen in onderzoek en ontwikkeling.

De grootste farmabedrijven die hier in onderzoek en ontwikkeling investeren, hebben buitenlandse aandeelhouders.

Grote druk

“We voelen inmiddels de grote druk van andere landen – binnen en buiten Europa”, vervolgt Tom. “Ook zij zien de enorme toegevoegde waarde van de farmaceutische industrie voor onze nationale economie.”

In haar beleidsaanbevelingen pleit de HST Group onder meer voor het in stand houden van de belastingvrijstelling van 80 procent voor onderzoekers en de notionele intrestaftrek. Ook het bijwerken en uitbreiden van de huidige incentives, maatregelen om de arbeidskosten voor bedrijven te verminderen en verruiming van het terugbetalingsbudget staan op de lijst.

“De grootste farmabedrijven die hier in onderzoek en ontwikkeling investeren, hebben buitenlandse aandeelhouders. Ze kunnen hun activiteiten onderbrengen waar ze maar willen. Daarom mogen we onze Belgische vestigingen nooit vanzelfsprekend vinden”, aldus Tom.

Constructieve dialoog

Toch is het financiële aspect maar een deel van de puzzel: de HST Group wil de voorsprong van België ook behouden en vergroten door samenwerkingen tussen de sector, de universitaire wereld en de overheid te stimuleren.

“De Belgische kenniseconomie drijft op baanbrekende wetenschappelijke inzichten en technische innovatie. We willen onze constructieve dialoog met toekomstige regeringen behouden. Want er staat veel op het spel. Voor de overheid én voor de economie, voor de volksgezondheid én voor de mensen die direct of indirect werken voor de Belgische farmasector.”